Aletschgletsjer: de grootste gletsjer van de Alpen

Wandeling met zicht op de Aletschgletsjer

Wandelafstand: 16,5 km Start- en eindpunt: Alpenlodge Kühboden Duur: 5u30 (zonder pauze) Hoogtemeters: 540 m We maakten een prachtige luswandeling rondom de Eggishorn en de Bettmerhorn. We startten vanuit hotel Alpenlodge Kühboden in Fiescheralp en begonnen de wandeling in noordelijke richting. De eerste highlight op ons pad was de Tälligrattunnel van maar liefst 1 km lang. Deze tunnel is enkel open in de zomer en bespaarde ons 300 m klimmen en dalen. Als we terug licht aan het einde van de tunnel zagen, kwamen we aan in een natte vallei met veel riviertjes en meertjes. Langs onze rechterkant zagen we de berghut Gletscherstube Märjelen. In het verre verleden lag deze berghut aan de rand van de gletsjer. Achter de berghut ligt een stuwmeer genaamd Vordersee. Onze wandeling zette zich verder richting de gletsjer. We volgden een heel groene en waterrijke wandelroute langs de rivier Märjelenbach en het idyllische meertje Märjelensee. En na een paar kilometers was de gletsjer in zicht! Toevallig was het bijna middag en zochten we een plekje om te eten met uitzicht op de doorsnede van de Aletschgletsjer. In dat half uurtje dat we onze lunch aan het opeten waren, zagen we maar water stromen van al het gletsjerijs dat aan het smelten was. We hoorden in de verte donderwolken en besloten onze wandeling snel verder te zetten. Wij kozen ervoor om de Panoramaroute (nr. 39) te wandelen die parallel liep naast de gletsjer. Zo hadden we steeds zicht op dit gigantische ijsmonster! Sinds 2001 behoort dit gebied tot het Unesco-wereldnatuurerfgoed. Na bijna 4 km kozen we het pad dat naar links afboog en rond Bettmerhorn heen liep. Hierna was het enkel nog maar dalen. Onze voetzolen begonnen beiden ook al wat pijn te doen van de vele wandelingen tijdens onze roadtrip door Zwitserland. Stilaan tijd voor een nieuw paar inlegzolen voor onze wandelschoenen! Toen we in de verte de kabelbaan bij Fiescheralp konden zien, was het zo ver. We voelden de eerste regendruppels. Oh nee, die grote donderwolk die we daarstraks aan de gletsjer hoorden was aangekomen. Lopen maar! Met behulp van onze wandelstokken raasden we de berg af, juist op tijd om in de cabine van de kabellift te springen.